Kunnen of doen
Mislukkingen creëren met plezier.

‘Gelukkig kon ik vandaag een stukje schrijven.’
O, gelukkig maar.
Het zou dus ook zomaar kunnen dat je dat opeens niet kunt?
Nee, dat is niet zo, want dat weet ik al lang dat ik dat kan. Daar heb ik mijn best voor gedaan
f een cursus voor gevolgd of veel op geoefend, met als gevolg dat ik het geleerd heb en nu kan.
Waarom zeg ik dit dan zo?
Mijn werkelijke boodschap is: ‘Vandaag is het gelukt om een stukje te schrijven.’
Of meer nog: ‘Vandaag heb ik een stukje geschreven.’
Waarom doen wij dan zo ingewikkeld door opeens het woord kunnen toe te voegen?
Eerst even dit.
Taal is een levend iets. Het verandert voortdurend. De laatste paar jaren verandert het in een tempo dat ongekend is. Dat is nog nooit in de geschiedenis van de mensheid gezien.
Die snelheid gaat soms ten koste van de kwaliteit, van de boodschap.
Huh? Kwaliteit?
(Dat woordje ‘Huh’ trouwens is ook nog niet zo oud. Een jaar of 25 geleden verscheen het opeens in onze taal. Voorheen zeiden we: ‘Hè?’. ‘Huh?’ drukt heel goed uit wat je zeggen wilt, veel beter dan ‘Hè?’ wat we voorheen gebruikten. Het klinkt namelijk een beetje onnozel en dat wil je er ook mee uitdrukken, dat je iets niet weet of niet begrijpt. Dus dat was een verbetering van kwaliteit, alhoewel dat natuurlijk ook subjectief is.)
Ja. Kwaliteit. Het woord moet uitdrukken wat je wilt zeggen en het moet bijdragen aan de duidelijkheid van de boodschap en geen - bewuste of onbewuste - verwarring zaaien.
Waarom? Als iedereen weet wat het nieuwe woord betekent, dan gaat het toch vanzelf goed?
Nee, dat gaat niet vanzelf goed, want een woord staat vaak niet, zoals het woordje ‘huh’ wel, op zichzelf, maar is onderdeel van een begrippenkader. Let maar op.
- ‘Gelukkig kon ik mezelf beheersen.’
- ‘Ik kon het droog houden.’
- ‘Ik kon mijn presentatie gelukkig zonder bibber in mijn stem doen.’
- ‘Gelukkig kon ik vandaag fietsen.’ (Hu? Kan deze persoon soms wel en soms niet fietsen? Wellicht heeft hij een ziekte waardoor dat zo is? Wat is er aan de hand?)
- Of, als je net met het voorwiel van je fiets in de tramrails gekomen en gevallen bent: ‘Zie je wel, ik had het ook niet moeten doen, zie je wel dat ik niet kan fietsen!’ (Hu? Hij was toch net aan het fietsen? Het is alleen gevallen, het is even mislukt, maar hij kan het toch wel? Hij deed het net nog! Ik heb dat ook nog nooit iemand horen zeggen die kan fietsen en een keer gevallen is.)
- ‘Gelukkig kon ik vandaag praten.’ (Hé, deze is nog raarder, bestaan er mensen die soms wel en soms niet kunnen praten?)
De eerste drie vinden wij heel gewoon, omdat we er inmiddels aan gewend zijn dat mensen dat zo doen. Maar de laatste drie laten heel goed zien hoe raar het eigenlijk is.
Wij zeggen: ‘Ik kon mijn presentatie gelukkig zonder bibber in mijn stem doen.’ in plaats van: ‘Ik deed mijn presentatie vanmiddag met een vaste stem.’
Dat laatste zeggen we liever niet, want in de eerste versie, kon je er zelf niets aan doen. Je kon het vanmiddag en een andere keer kun je het blijkbaar niet, dat moet je maar afwachten.
Je presenteert je naar anderen en jezelf als iemand die er niks aan kan doen.
Waarom doen we dat? Omdat we blijkbaar ergens in ons brein vinden, dat als we iets eenmaal kunnen, dat we het dan ook altijd perfect moeten doen. Dat het nooit meer mag mislukken. Dat is een soort regel in ons brein. En dat geeft spanning en faalangst.
En de oplossing die we ervoor kiezen is dat we ‘kunnen’ niet meer zien als een vaardigheid die we hebben, maar als iets dat ons ieder moment in de steek kan laten.
Dat geeft ietsje minder spanning, want als we dat nou met z’n allen afspreken dat het zo zit, dan zijn we in ieder geval van de verplichting om altijd goed te moeten presteren af.
En ook kunnen we dan niet op onze resultaten aangesproken worden.
Of hoeven we niet de verantwoordelijkheid te nemen voor een eventueel teleurstellend resultaat.
Bovendien voorkom je dat mensen van je verwachten dat je het als je iets kunt, vanaf dan altijd goed doet, want die andere mensen hebben ook die gekke regel in hun hoofd.
Het is een hele ingewikkelde constructie
De tweede versie: ‘Ik deed mijn presentatie vanmiddag met een vaste stem.’ Is helder, duidelijk, realistisch, geeft energie en je neemt verantwoordelijkheid voor je succes. En je doet jezelf niet tekort door net te doen of je het soms wel en soms niet kunt.
Vanuit deze basishouding vind je het ook niet erg als iets mislukt.
Dan is het mislukt. Niet meer en niet minder.
Een mislukking creëren is niet opeens iets dat zegt dat jij niet goed genoeg bent, of een sukkel of een loser.
En mislukkingen creëren hoort erbij en geeft niks.
Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar ik creëer er tientallen per dag.
Dat geeft bijna nooit iets. Ik doe het opnieuw of ik verzin een andere strategie waardoor het dan wel lukt. Of niet, ook niet erg. Hahaha, het leven is één groot leerproces en zo hoort het ook te zijn. Zoals je dat deed toen je heel klein was en je aan het spelen was. Als je het geluk hebt dat je ouders zich er niet mee bemoeiden, dan kon je ongelimiteerd mislukkingen creëren en zo vaardigheden ontwikkelen.
Helaas komt daarna al snel de rode pen op school.
Je weet wat je kunt, je weet wat je nog niet zo goed kunt en je weet wat je nog niet kunt. Misschien wil je dat nog leren, misschien ook niet, want we hebben geen tijd in ons leven om alles te leren wat er te leren valt en sommige dingen hebben ook onze interesse niet.
Maar wat je kunt, dat kun je, en dat is dan tegelijkertijd geen garantie dat het ook altijd lukt.
Omdat wij die gekke regel in ons hoofd hebben (dat je, als je iets kunt, ook altijd goed resultaat moet hebben), is dat een soort ramp. Wat we doen moet altijd lukken. Altijd goed resultaat hebben. En schrijf dat MOET maar gerust met hoofdletters. En zo leggen we onszelf een enorme druk op.
En dan roepen we steeds harder: ‘Ik kan het!!!’ (wat waar is) terwijl we bedoelen: ‘Het moet lukken!!!!’. En zo brengen we steeds meer spanning aan over dat het MOET lukken. Daar is een woord voor. Faalangst.
Raar en dubbel en ingewikkeld ook.
Enerzijds doen we naar anderen en onszelf alsof we er niets aan kunnen doen, je moet altijd maar afwachten of je iets nog kunt, en anderzijds roepen we heel hard tegen onszelf of een ander: “JE KUNT HET!!!!!!” waarmee we bedoelen: het MOET lukken, anders ben je een mislukkeling en zo proberen we onszelf dan te dwingen om steeds te bewijzen dat we iets kunnen.
Poeh, wat vermoeiend. En het houd je weg bij heerlijk grote prestaties. Want als oplossing voor de spanning en vermoeidheid en angst zeggen we: ‘Leg de lat maar wat lager.’ En gaan we het liefst alleen nog dingen doen die zo gemakkelijk zijn dat het haast niet mis KAN gaan. Om maar geen mislukkingen te creëren.
Maar laat het najagen van je idealen (ja, echt je idealen, ook als ze onhaalbaar lijken), dus de lat hoog hebben, nou net zijn waar iedereen heel gelukkig van wordt als hij er gezond mee omgaat – lees: bereid is veel mislukkingen te creëren met plezier.
De afgelopen zomer had ik bezoek van kleine Pieter van anderhalf jaar, met zijn ouders.
Zijn ouders waren heel betrokken bij hem én lieten hem met rust.
Hij verzon voortdurend projecten. Als hij er één klaar had, dan verdween zijn interesse en keek hij om zich heen naar een nieuw project.
Hij ging bijvoorbeeld in de fietskar klimmen.
Die was uitdagend hoog voor hem met zijn nog korte beentjes en zijn lichaam nog ruim in het babyvet. Maar hij zette door. Steunend van inspanning deed hij keer op keer een poging en na de 15e keer lukte het: hij zat in de fietskar!!!!
Let op: dat zijn 14 mislukkingen voorafgaand aan het succes. Hij zag het niet als iets negatiefs. Hij had 15 (leerzame en) leuke ervaringen en bij de 15e had hij ook nog zijn doel bereikt! Als je de mislukking negatief vindt en jezelf er misschien zelfs om veroordeelt, als je van de volwassenen geleerd hebt dat het liefst in één keer moet lukken, ook al zeggen ze iets anders, dan zijn mislukkingen heel vervelend. En dan scheld je jezelf misschien zelfs wel uit als je een mislukking gecreëerd hebt. Voor sukkel of loser of zoiets. Dan is het plezier van uitdagingen aangaan ver te zoeken. Dan ben je vooral aan het bewijzen dat je wél goed genoeg bent en bang voor de pijn dat dat zal mislukken en dat daarmee weer eens gebleken is dat je níet goed genoeg bent. En dus niet om van te houden bent. Steeds maar liefde en goedkeuring van anderen en jezelf proberen te verdienen door jezelf te dwingen om perfect te presteren. Zo deed de kleine Pieter dat niet. Hij vond het allemaal doodnormaal en doordat zijn ouders het hem zelf lieten uitknobbelen kreeg hij ook tussen de regels door niet de boodschap dat het sneller moest of met minder mislukkingen.
Hij zat dus in de fietskar. Toen kwam het volgende project: er weer uit. Dat was zo mogelijk nog moeilijker. Ergens halverwege kwam hij vast te zitten. En met veel gedoe en gewurm kwam hij er dan toch, zo’n beetje op zijn kop, uit. Maar het zinde hem niet. Hij bleef net zolang in de kar klimmen totdat hij er ook zonder vast komen te zitten weer uit kon. Toen hij de techniek een maal ontdekt had, was hij heel tevreden. Hij deed het nog een keer, ik denk om zijn succes te vieren. En toen was de lol eraf. Het was niet moeilijk meer, hij kon het nu en ging dus op zoek naar een nieuw project.
Zoals Pieter, ben jij ook geboren. En als niemand gekke regels in jouw hoofd geplant had, dan deed je het nu nog zo. En zou je geen gekke zinnetjes nodig hebben om jezelf peptalk te geven en zou je geen angst en spanning creëren voor mislukkingen. Dan zou je je natuurlijke ijver aanwenden net als Pieter. En dan zou je veel plezier hebben in uitdagingen. Je zou er heelrijk je tanden in zetten, net als Pieter. Je zou gewoon je best doen, gaan voor een tien, en het resultaat zou je wel zien.
Maak je zelf niet wijs dat je wel een beetje angst nodig hebt om dat te kunnen doen. Je natuurlijke ijver, die misschien wel (een beetje) uitgewist is door het rode potlood op school, of door je ouder die (met de beste bedoelingen) riep: ‘Je kunt het!!!!’ is hét instrument om te presteren. Kijk maar naar kleine Pieter.
Als je daaraan denkt, je dat goed voorstelt en je realiseert dat er niets negatiefs is aan mislukkingen, maar dat die positief zijn, want leerzaam en ook de weg naar resultaat, als je het je lukt dat concept echt toe te laten en voor je te zien (natuurlijk kún je dat, daarom schrijf ik hier: ‘als het je lukt’ en dat hoeft niet in één keer, dat lukken) dan zakken je schouders misschien wel 10 cm. naar beneden.
“Ik kan het!!!!” roepen en daarmee bedoelen: ‘Het gaat lukken!!!’ roept veel stress op! Want nu MOET het ook lukken. We hebben een nieuwe betekenis gegeven aan ‘Ik kan het’, namelijk: en nu mag het ook nooit meer mislukken. En dat roept natuurlijk spanning en angst dat het zal misukken op.
‘Ik kon vanmiddag sus of zo’ zeggen, met als betekenis: ‘Wat een mazzel, en gelukkig maar, want een mislukking creëren is vreselijk’ roept een gevoel van machteloosheid en onzekerheid op. Je moet altijd maar afwachten of je iets kunt.
In plaats daarvan is het beter om
- de zekerheid te voelen van de realiteit, van dat je precies weet wat je kunt en hoe goed
- de realiteit te erkennen dat mislukkingen creëren erbij hoort en niet eens erg is, sterker nog, een bron aan leuke en leerzame ervaringen en ontdekkingen en dus positief is
Dat geeft heel veel plezier en levensvreugde die je kwijt was terug. Dat komt in de plaats van faalangst, machteloosheid en onzekerheid.
Weten dat je het kunt en weten dat het ook goed is als je je best doet maar het mislukt, geeft lucht en ruimte. ‘Ik weet heel goed dat ik het kan en of het deze keer gaat lukken, dat zullen we zien! Ik doe gewoon mijn best en het resultaat zullen we zien.’
Deze verandering tot stand brengen begint met het aanpassen van je taal.
Wij zijn heel talig en onze eigen taal heeft veel invloed op onze gedachten, gevoelens en acties.
Zeg vanaf nu niet meer: ik kon sus of zo en wel: ik deed sus of zo. Dat je het kunt is duidelijk, je kunt alles of je kunt het leren, dat is geen nieuws. Je boodschap gaat over dat het gelukt of mislukt is deze keer.
En als het niet gelukt is, is dat helemaal niet erg. Doe het gewoon opnieuw of vind een andere oplossing. Dus: hou je bezig met het resultaat. Niet met of jij nu gelukt of goed genoeg bent. Dat ben je al sinds je geboren bent, en jouw prestaties veranderen nooit iets aan wie en wat je bent. Jouw prestaties zijn je resultaten. Meestal maakt het niets uit als je en fout maakt of als iets mislukt. Soms is het echt jammer. Niet om het feit dat je een fout gemaakt hebt of het feit dat je iets hebt laten mislukken, maar voor het resultaat.
Dan is het tijd om ‘Jammer’, of soms ‘Sorry’ te zeggen. En na te denken over een betere aanpak voor de volgende keer. Beter je best doen, of het op een andere manier doen, of het met hulp doen, of het juist alleen doen ….. vind een oplossing.
Als je in je hoofd hebt dat mislukkingen creëren niet mag of niet gewenst is of negatief is, dan ga je jezelf indekken tegen deze situatie.
- Door consequent te doen of je er niets aan kunt doen en je dan blij bent als je het een keer wel ‘kon’. En zo spreek je dan ook. ‘Gisteren kon ik ………’ over iets dat je zeker kunt, maar je bedoelt dat het gisteren ook een heel mooi resultaat gaf, gelukt is.Dat is heel jammer. Het levert je een gevoel van onzekerheid en machteloosheid op. In plaats van dat je de realiteit erkent, dat je precies weet wat je wel en nog niet kunt en daar geen punt van maakt. Dat is een gegeven. Dan voel je je in je kracht staan en vertrouw je op de realiteit.
- Door van tevoren jezelf voor de gek te houden door te zeggen; ‘Je kunt het!!!!’ (wat waar is en dus een legitieme aanmoediging lijkt) maar je boodschap is: ‘Het gaat lukken want het MOET lukken!!!’ Dat is ook heel jammer. Het levert je gevoelens van angst en spanning op. En misschien ga je op den duur je lat wel naar beneden leggen, wat ook superjammer is.
Dus laten we de oorspronkelijke betekenis van ‘kunnen’ weer in ere herstellen en simpelweg gebruiken voor iets wat we geleerd hebben, een vaardigheid die we beheersen. En waarvan de uitvoering soms mislukt. Daar hebben we het niet over hebben, dat is een gegeven.En laten we de regel dat mislukkingen creëren niet mag of niet goed is schrappen. En vervangen door de regel dat mislukkingen en successen allebei prima zijn. En dan mogen dingen die we kunnen, gelukkig ook weer gewoon mislukken.