Dag van de Coach 2015 - Thema: identiteit
Het thema identiteit werd door de sprekers die spraken over de identiteit van een organisatie of van een land prachtig uitgewerkt. Heerlijk om voluit en in zelfspot te lachen bij het verhaal van Herman Pleij en intussen te voelen dat ik onderdeel van die identiteit ben. Wie had gedacht dat ik me ooit nog eens Nederlands zou voelen en me daarbij nog prettig verbonden zou voelen ook. Ik zelf zeker niet! Dat heeft Herman Pleij voor elkaar gekregen.
Leerzaam om te horen over culturen binnen organisaties en hoeveel en hoe dat invloed heeft op eigenlijk alles.
Wat ik gemist heb deze dag is het gesprek over de identiteit van het individu. In de verschillende workshops die over dat onderwerp gingen, werd identiteit niet losgekoppeld van vaardigheden, gedrag en prestaties, waardoor het toch weer over vaardigheden, gedrag en prestaties ging. En niet over wat de mens ten diepste is.
Sinds kort wordt er in het nieuws gesproken over het feit dat er meer mensen ziek thuis zitten vanwege psychische 'nood', dan vanwege fysieke ziektes (alsof die indeling zo te maken is, maar dat terzijde). Daarbij valt op dat veel jonge mensen een burn-out hebben, oftewel, lijden aan het Chronisch Stress Syndroom. De oorzaak daarvan wordt gezocht in de opvoeding. De laatste jaren worden kinderen op handen gedragen. Ze hoeven bijna niet meer met teleurstellingen om te gaan, omdat die voor hen weggenomen worden of voorkomen worden. Iedere wens wordt vervuld. Materieel krijgen ze alles wat hun hart begeert en veel meer dan ze uit zichzelf zouden wensen. Ze mogen het hoogst haalbare niveau school volgen. Ouders beginnen een rechtszaak als de school een lager niveau in gedachten heeft dan zijzelf. Iedere hobby, alle vermaak ligt binnen hun bereik. Ze krijgen zelden 'nee' te horen.
Dat lijkt ideaal. En toch voelen ze zich begin twintig onder zware druk staan, ze ervaren stress en zijn uitgeput.
Onder hulpverleners duikt de roep om een wat meer Spartaanse opvoeding op. Dat zou de oplossing moeten zijn. Kinderen teleurstellingen laten oplopen, niet steeds complimenten geven, niet zeggen dat ze lief of mooi of geweldig zijn.
Dat herkende ik ook als tendens op de Dag van de Coach.
Maar helaas gooit men zo met het badwater ook het kind weg.
Kinderen teleurstellingen laten oplopen: heel goed. Mits je ze er bij leert hoe je een teleurstelling verwerkt. Dat is heel simpel. Geef ze een leven lang het goede voorbeeld en moedig ze af en toe aan om dat te volgen, als ze zelf een teleurstelling hebben.
Helaas geven wij vaak een verkeerd voorbeeld. Bij een teleurstelling lopen wij naar de koelkast, nemen we een sigaret, een wijntje, of een andere drug en zetten we een film of serie aan. Dat is helemaal geen goed voorbeeld, dat brengt ons op termijn in mentaal-emotionele problemen. De beste manier om een teleurstelling te verwerken is: "Jammer" zeggen en daarbij het jammer-gevoel toelaten.
Geen complimenten geven: inderdaad. Complimenten geven over prestaties werkt averechts. Het geeft de indruk dat er van je gehouden wordt vanwege je prestaties. Dat je pas om van te houden bent als je veel presteert. Kennelijk ben je als persoon, gewoon, wie je bent, zonder enige prestatie, niet om van te houden. En dat schept een negatief zelfbeeld: ik ben niet goed genoeg. En dat geeft stress. Want als je niet goed genoeg bent, dan moet je voortdurend keihard werken om te bewijzen dat je dat wel bent, maar het is nooit goed genoeg. En je moet voortdurend keihard werken om aan de torenhoge verwachtingen van degenen die zo trots op je zijn te voldoen. Of je geeft het op en accepteert dat je niet goed genoeg bent. Dat geeft naast uitstelgedrag en apathie veel schaamte en pijn en daarmee ook stress.
Complimenten over gedrag zijn geschikt als aanwijzing. 'Zó moet je je de volgende keer weer gedragen', betekent het. . Complimenten over prestaties zijn niet geschikt om kinderen te laten presteren. Als ze voldoende complimenten krijgen over hun persoon, presteren ze uit zichzelf, gewoon omdat ze dat leuk vinden, omdat de ijver die ze als peuter al lieten zien niet uitgedoofd wordt. Als ze complimenten krijgen over hun prestaties, dan begrijpen ze steeds beter dat de liefde voorwaardelijk is. Dat ze pas om van te houden zijn als ze presteren.
Het is uiterst belangrijk dat kinderen wel complimenten over zichzelf als persoon krijgen. Dat je op dagelijkse basis tegen ze zegt hoe lief ze zijn, hoe waardevol, hoe prachtig, hoe sterk en hoe grappig. En hoe fijn het is dat ze er zijn. En dat je dat doet op een moment dat ze helemaal niets aan het presteren zijn. Dat creëert een goed zelfbeeld en maakt dat ze helemaal uit zichzelf gaan presteren. Omdat dat mensen die goed in hun vel zitten eigen is.
Dus als je kinderen teleurstellingen laat oplopen, niet steeds complimenten over hun prestatiesngeeft, maar ook niet zegt dat ze lief of mooi of geweldig zijn: dan gooi je met het badwater ook het kind weg.
Wat dan wel?
Je kinderen teleurstellingen laten oplopen, hen daarbij een goed voorbeeld geven over hoe je die verwerkt (jammer zeggen en voelen), hen aanmoedigen dat voorbeeld te volgen, hen grenzen en opdrachten geven over hun sociale gedrag, hen geen complimenten geven over hun prestaties en wel over wie ze zijn.
En dan nu terug naar ons, volwassenen.
Wat is je identiteit? Wat is wat je ten diepste bent? Hebben we daar nog contact mee?
De meeste mensen die ik vraag wat ze zijn, beginnen prestaties en vaardigheden op te noemen.
Dat ze een goede vader zijn, een goede docent, een goede ondernemer. Dat ze het toch heel vaak goed doen. Dat ze van alles kunnen. Maar vaderen, doceren en ondernemen is niet wat zij zijn. Het is wat zij doen. Goed luisteren of goed de leiding nemen is niet wat zij zijn, dat is wat zij goed kunnen en doen. Dat vaderen, doceren en ondernemen ligt hen waarschijnlijk na aan het hart, maar het is niet wat zij ten diepste zijn.
Wat zijn we dan wel? Dat borrelt op als je antwoord geeft op de vraag: wat ben ik, waardoor ik zo goed vader, doceer, onderneem? Empathisch, sterk, geduldig, lief, analytisch, grappig, enzovoorts. Dat is wat ik ten diepste ben. Ik ben niet mijn doelen, die heb ik bedacht. Ik ben niet mijn vaardigheden, dat is wat ik kan. Ik ben niet mijn prestaties, die heb ik geleverd. Ik ben niet mijn resultaten, die heb ik gecreëerd. Ik ben niet mijn beroep, daar houd ik van. Ik ben niet mijn gedrag, dat is wat ik doe. Ik ben niet mijn gevoelens, die doe ik.
Ik ben sterk, ik ben muzikaal, ik ben lief, ik ben empathisch, ik ben ijverig, ik ben grappig, ik ben creatief, ik ben goed en ik ben nog veel meer. Kortom: ik ben waardevol. Ik ben de moeite waard.
Dat hoef ik niet meer te bewijzen, dat is een heerlijk rustig zeker weten diep van binnen. Wat anderen ook van mij vinden, of hoe waardeloos mijn gedrag soms is, of hoe teleurstellend mijn prestaties soms zijn, ik ben nog steeds wie ik ben. Dat verandert nooit. Dat weet ik en daar heb ik contact mee. Dat maakt dat het me lukt om als mijn gedrag en prestaties me niet bevallen, te corrigeren. Om contact te maken met mijn ijver en vanuit levensplezier dingen te creëren. Iets neer te zetten in het leven. Te presteren. Resultaten te creëren. Zonder stress. Ik hoef niets te bewijzen, want ik ben al goed.
Daarmee in contact staan, weten en voelen wat je ten diepste bent, dat geeft mensen intens contact met hun plezier, met hun rust, met hun passie, met hun drive om iets neer te zetten in de wereld. En dat gaat dan met gemak. Mensen die zo in het leven staan, hebben veel meer plezier en veel minder spanning. Bovendien zijn ze succesvol omdat ze zelf bepalen wat hun doelen zijn en zelf bepalen hoe ze die halen. Ze zijn gelukkiger. Ze hebben opvallend minder slaap nodig. Ze doen de dingen met meer gemak.
Meer weten hoe je dat doet?
Doe de training Persoonlijk Leiderschap of kom naar onze gratis introductieworkshop Persoonlijk Leiderschap.
Reacties
Heb jij ideeen, opmerkingen, vragen of suggesties? Laat een reactie achter, deel je kennis en ervaring en kom nog eens terug om te lezen wat anderen hebben bijgedragen.