Angst
Angst is onze vijand geworden. Als je bang bent, ben je laf, als je bang bent voor iets waar de gemiddelde mens niet bang voor is, dan is er iets mis met je, angst is naar en verkeerd en dus zijn we bang voor angst geworden.
En waar je bang voor bent, dat mijd je, dus dan bepaalt angst je gedrag.
Als we dat niet willen toegeven, dan noemen we de woorden angst en bang niet, dan noemen we het spannend of eng en dan is het ook heel normaal dat we wat we spannend of eng vinden niet doen of nog niet doen. Daar heeft iedereen dan begrip voor, want je vindt het immers spannend of eng. En zo stellen we dingen uit, waardoor de periode van er tegenop zien alleen maar verlengd wordt. En gedurende die periode zijn we niet vrij, niet autonoom, want de angst bepaalt ons gedrag.
En ga ook maar eens na hoe angst onze vaardigheid om te kiezen beïnvloedt. Eindeloos kunnen we heen en weer wipwappen tussen; ja, maar als ik dit doe dan ……, maar als ik dat doe dan ………., maar als ik toch dit doe dan ………….., maar als ik dat doe dan ………………………….. enzovoorts. Uit angst. Voor wat je keus als gevolg zal hebben, voor wat je misschien mis zult lopen, over tegenvallende resultaten van je keuzes en over je eigen oordeel over jezelf als de resultaten van je keuze achteraf teleurstellend zijn.
Angst bepaalt in hoge mate ons gedrag. Angst voor afwijzing, angst voor mislukking, angst voor andermans oordeel, angst voor ons eigen oordeel over onszelf, angst voor de mening van een ander over ons, angst voor afkeuring, angst om te falen, angst voor verlies, angst voor kritiek en nog veel meer. En als angst ons gedrag bepaalt, dan zijn we niet vrij. Niet vrij in de keuze van ons gedrag, niet vrij in de vele kleine keuzes de hele dag door en niet vrij in de grotere keuzes in het leven.
En het allerergste is nog wel: het meeste waar we bang voor zijn is helemaal niet gevaarlijk.
Bang moet je zijn voor een loslopende leeuw, voor een neerstortend vliegtuig, voor een vrachtwagen die over je heen dreigt te rijden, voor een giftige slang, voor een orkaan, enzovoorts. Voor iets dat gevaarlijk is, iets waar je blauwe plekken van krijgt, of koorts, of honger of wonden. Iets dat je gezondheid, je leven bedreigt.
Maar iets dat je heel onprettig vindt, of naar of verdrietig, maar dat niet gevaarlijk is, dat is iets om, voor zover dat kan, te voorkómen, maar niet iets om bang voor te zijn. Het is immers niet gevaarlijk.
Angst hebben we nodig om gevaarlijke situaties te overwinnen. Niet om wellicht hele nare, maar ongevaarlijke situaties te voorkomen of om moeilijke dingen in het leven aan te gaan.
Gezonde angst is een verhoogde adrenalinespiegel in reactie op gevaar, die ons scherp maakt. Oplettend, snel, sterk, goed in staat beslissingen te nemen. Wat je voelt is alertheid. Die helpt om handig te vluchten of te vechten, oftewel strategie te bepalen om zo goed en voordelig mogelijk te overleven. Zodra het gevaar wijkt, daalt de adrenalinespiegel weer.
Ongezonde angst is een onzeker, angstig gevoel, vanuit de overtuiging dat je iets niet aan kunt. Vervolgens zien we de onzekerheid en angst niet als gevolg van onze overtuiging dat we het niet aan kunnen, maar als bewijs dat we het niet aan kunnen, waardoor we nog meer onzekerheid en angst creëren. Zie je wel dat we het niet aan kunnen? We zijn niet voor niets zo bang! Blijkbaar zijn we heel zwak, heel incompetent. Dus in plaats van dat waar we bang voor zijn gewoon toch te doen ondanks de angst en te vertrouwen op ons gezonde verstand, maken we ons druk over de angst zelf, over het feit dát we bang zijn. We keuren de angst af en vinden onszelf zwak.
Dan kan het twee kanten op.
Of we vertellen onszelf dat het oké is om zwak te zijn en blijven ons laten leiden door onze angsten en vertellen onszelf ook dat dat nou eenmaal zo is.
En dan is het eindresultaat dat je je nog steeds laat leiden door angst. Weg vrijheid en autonomie.
Of we maken ons steeds drukker om het feit dat we bang zijn en ontwikkelen zo angst voor de angst. En angst voor de angst voor de angst. Een proces dat zichzelf versterkt.
En zo is angst vaak niet meer onze vriend die ons behoedt voor gevaar, maar onze vijand die ons beperkt en ons onze vrijheid afneemt.
Toen mijn oudste dochter klein was las ik haar voor.
Op iedere bladzij een tekening en één of twee woorden.
Brandweerman, bruid, burgemeester, dappere ridder.
“Mama, wat is dappeje jidde?” (Ze kon de r nog niet zeggen.)
“Dapper ben je als je niet bang bent om gevaarlijke dingen te doen.” lag op het puntje van mijn tong.
Net op tijd bedacht ik dat het natuurlijk helemaal niet dapper is om iets te doen waar je niet bang voor bent. Dus ik veranderde mijn tekst en zei tegen haar: “Dapper is dat je bang bent voor iets en het tóch doet.”
Je niet laten tegenhouden door je angst dus.
Dan ben je bang, en toch vrij.
Dat leidt helaas niet vanzelf naar de situatie dat je alleen nog maar gezonde angst hebt en geen ongezonde angst meer. Daar is meer voor nodig.
Reacties
Heb jij ideeen, opmerkingen, vragen of suggesties? Laat een reactie achter, deel je kennis en ervaring en kom nog eens terug om te lezen wat anderen hebben bijgedragen.
-
Berteld Kok (6 april 2016)
Ooit hoorde ik een cabaretier zeggen "Ik was bang om door de mand te vallen... iemand zei : er is geen mand" Vond ik toen al zo mooi gezegd! (Freek de Jonge?)