Trots op je kind
Stel je voor dat je een afspraak hebt voor een functioneringsgesprek op je werk. Je wilt om een loonsverhoging vragen, maar dat vind je heel eng. De vorige keer was je het ook al van plan, maar toen heb je het tijdens het gesprek toch niet aangedurfd. Deze keer wil je het echt gaan doen.
Je denkt er van tevoren over na hoe je dat zonder je onzekerheid te laten zien wilt gaan doen. Je bespreekt het met je partner en die geeft je wat goede adviezen. Als je de ochtend waarop het gesprek gepland staat van huis gaat, wenst je partner je sterkte en succes.
’s Avonds kom je thuis en je hebt goed nieuws. Het gesprek ging niet alleen goed, je hebt ook een toezegging voor loonsverhoging. Je vertelt het enthousiast aan je partner. En die reageert met: “Wauw! Goed gedaan! Ik ben trots op je.” Stop even met lezen, om goed te voelen wat je dan ontvangt en hoe dat voor jou is. Ontvang je erkenning? Goedkeuring? Warmte? Meeleven?
Stel je dan nu dezelfde situatie voor. Met één verschil. Je partner reageert als je blij thuis komt anders. Dit keer is de reactie: “Wauw! Wat fijn! Ik ben blij voor je.”
Stop weer even met lezen, om goed te voelen wat je nu ontvangt en hoe dat voor jou is. Ontvang je erkenning? Goedkeuring? Warmte? Meeleven? De meeste mensen beantwoorden de vraag wat ze ontvangen in de eerste situatie met “Goedkeuring” en in de tweede situatie met “Warmte”.
Stel je voor dat je zoon van negen jaar oud thuis komt van een rugbywedstrijd. Hij vertelt je enthousiast dat zijn ploeg gewonnen heeft met 9 – 6 en dat hij vijf van de negen doelpunten gemaakt heeft!!! Dan kun je kiezen of je zegt: “Ik ben trots op je!” of: “Wow, wat leuk / Wow, wat knap!”
In het eerste geval vertel je hem iets over jezelf (dat je je trots voelt) en geef je hem je goedkeuring en bewondering. In het tweede geval gaat het over hem en geef je hem warmte, en zo blijft hij centraal staan op dit moment in het contact.
Als je de tweede manier regelmatig toepast, dan zal dat jullie band verstevigen. Jullie zullen dichter bij elkaar komen. Op deze manier creëer je intimiteit. En er is nog een tweede aspect aan het geven van goedkeuring aan goede prestaties.
Elke keer dat je lovend, bewonderend en goedkeurend bent over een goede prestatie, geef je tussen de regels door ook de boodschap mee dat je kind goed is, als hij goede prestaties levert. Dat is een voedingsbodem voor de overtuiging dat je als je niet goed genoeg presteert, niet goed genoeg bent. Die herkennen we allemaal wel. En die overtuiging maakt dat we bang zijn om fouten te maken. Waardoor we ze juist maken. Omdat we gespannen zijn presteren we juist minder.
Het leven geeft kinderen feedback. Als je je hand op de kachel legt, dan brand je je. Als je te laat op school komt, dan moet je het plein vegen. Als je op tijd op school komt, dan vindt de leraar dat prettig. Als je je proefwerk goed leert, haal je een goed cijfer. Als je je gezellig gedraagt aan tafel, dan komt er gezelligheid terug. En dat gaat de hele dag zo door. De feedback op resultaten komt vanzelf en ligt vaak al in het resultaat besloten. Daar hoeven ouders niets meer aan te doen.
Wel een belangrijke taak voor ouders is: een voorbeeld zijn, het geven en handhaven van grenzen, meeleven (blij of verdrietig zijn voor je kind) en buiten de prestaties om je kind vertellen wat een mooi, goed, lief, slim, grappig, muzikaal, ijverig, sterk, intuïtief, kortom prachtig mensenkind hij of zij is. En dat de wereld mooier is met hem of haar er bij. En hoe blij je bent dat hij of zij bestaat!
Dan zal het kind NIET begrijpen: als ik veel doelpunten scoor dan ben ik goed en word ik gewaardeerd. En het kind zal WEL begrijpen: ik ben goed zoals ik ben. En: mijn ouders zijn blij voor me als ik goede resultaten boek. Mijn ouders zijn verdrietig voor me als ik slechte resultaten boek. Mijn ouders leven met me mee
.
Het kind zal NIET gaan presteren om de ouders te plezieren en aan hun verwachtingen te voldoen. Dat zou maken dat hij tegen de tijd dat hij puber is zijn motivatie verliest, want dan presteert hij niet voor zichzelf.
Het kind zal zich WEL realiseren dat hij een eigen leven heeft, dat al zijn daden consequenties hebben en dat dat zijn eigen gebakken koekjes zijn. Dat hij als de koekjes mislukt zijn zelf nog net zo goed is als hij was, maar dat het bakken van lekkere koekjes op dat moment mislukt is. Dat maakt dat hij zijn best doet om goed te presteren en niet bang is om fouten te maken. En dus durft hij zijn doelen hoog te stellen en zichzelf uit te blijven dagen.
Wil je meer leren over hoe je zo goed mogelijk kunt communiceren met je kind, klik dan hier.
Reacties
Heb jij ideeen, opmerkingen, vragen of suggesties? Laat een reactie achter, deel je kennis en ervaring en kom nog eens terug om te lezen wat anderen hebben bijgedragen.