Verwondermomentjes

Ik heb één leven.

Elke seconde ervan is belangrijk, omdat het mijn leven is.
Toch haast ik me vaak een dag door, of ik laat alles zomaar over me heen komen.
Aan het eind van zo’n gehaaste of suffe dag voel ik dat ik de dag door mijn vingers heb laten glippen. Geen pieken, geen dalen. Alles is normaal geworden. Ik heb alles voor lief genomen.

“Bah, het regent” zeggen de mensen, als ze kleine kringetjes
op het wateroppervlak zien verschijnen.
Het meisje, dat aan de hand van haar moeder langs de gracht wandelt,
zegt: “Het zijn net kleine visjes, die even boven het water uit springen.”
Als het weer regent, moet je dáár toch eens op letten.

Als ik rondkijk als een kind, zie ik het de hele dag.
Fijne, leuke, lieve, aardige, grappige, prachtige, ontroerende, mooie dingen.
Als ik rondkijk in het hier en nu, dan zie ik het ook.
Er spelen kinderen voor mijn voordeur en ik geniet van hun spel.
De kassajuffrouw glimlacht naar me.
Ik laat een blad met serviesgoed vallen, drie kopjes zijn kapot. Gelukkig zijn er nog zeven heel!
Ik laat mijn hond uit en zie negen (negen!) vliegenzwammen.
Ik fiets naar mijn werk en zie de schitterende grachten in het ochtendlicht.
Ik bel de klantenservice en word heel vriendelijk en behulpzaam geholpen.
Ik loop in de supermarkt met mijn hondje in een tas. Een klein meisje vraagt: “Waarom heb jij je hondje in een tas?”
Ik sta in de file en zie rechts van mij een prachtig spel van zeven hijskranen.
Ik kom thuis en mijn vriend heeft heerlijk gekookt.
Ik ben vroeg voor mijn afspraak en heb nog tijd om koffie te halen.
Ik heb een grote klus af.
De lunch die ik meenam, is heerlijk.
Ik heb mijn huis opgeruimd, dat geeft ook opruiming in mijn hoofd. Heerlijk.
Een collega neemt een kopje koffie voor me mee.
Op mijn tuinpad vind ik een hele mooie slak.

----

Fijne momenten, wij zien ze vaak niet meer.
Kinderen zijn er heel goed in om ze te zien.